Radar is betere ultrasoon

Radar is betere ultrasoon

VEGA

27/05/2020

Met de introductie van niveausensoren op basis van 80 GHz begon enkele jaren geleden een nieuw tijdperk in de radarmeettechniek. Dankzij precieze focussering van het zendsignaal zijn meet- en stoorsignalen beter te scheiden – de meting wordt veel betrouwbaarder en eenvoudiger. Veel meetapplicaties die tot dan toe als onoplosbaar te boek stonden, konden daarmee worden gerealiseerd.

En de evolutie gaat door! Dit jaar zijn er ook compacte radarsensoren op de markt gebracht voor standaardmeetapplicaties en prijsgevoelige toepassingen. Toepassingen die bijvoorbeeld in de water- en afvalwaterbranche of in hulpcircuits in de procesautomatisering voorkomen. Hiervoor werd speciaal een nieuwe radarmicrochip ontwikkeld, die zich onderscheidt door een zeer klein formaat en een geringe energiebehoefte. Daarmee is een zeer compacte radarsensor ontstaan voor de prijs van een ultrasoonsensor. 

 

Waar niveaumetingen met ultrasoon op hun begrenzingen stuiten! 

Vergeleken met ultrasoonmeetinstrumenten worden radarsensoren bij hun metingen niet beïnvloed door temperatuurschommelingen, vacuüm of hoge drukken en zijn zij ongevoelig voor verontreinigingen. 

 

Proces- en omgevingsinvloeden

Radarsensoren leveren bij alle omgevingsomstandigheden correcte meetwaarden. Vanwege hun fysische meetprincipe zijn ultrasoonsensoren blootgesteld aan aanzienlijke invloeden, omdat de geluidslooptijd verandert met de temperatuur (bijv. door zonnestraling) en gassamenstelling. Ook bij sterke nevelvorming, wind of regen worden de geluidsgolven extra gedempt en het meetbereik verder ingeperkt.

Dode band en onderdompelbaarheid

Radarsensoren maken een betrouwbare meting mogelijk tot aan de sensorantenne, ook na overstroming. Afhankelijk van het proces komen de sensoren in bepaalde toepassingen ook wel onder water te staan. Ultrasoonsensoren worden daarom vaak beschermd door mechanische overstromingshulzen. Dergelijke onderdelen worden echter gauw vuil en beïnvloeden de betrouwbaarheid van de meting nadelig. Radarsensoren hebben geen dode band, hebben geen beschermhuls nodig en meten ook na overstroming betrouwbaar. 

 

Verontreinigingen  en condensaat

Radarsensoren zijn ongevoelig voor verontreinigingen en hoeven niet te worden gereinigd. In veel toepassingen hebben sensoren te kampen met aangroei. Juist bij ultrasoonsensoren wordt daardoor de betrouwbaarheid van het meetsignaal beïnvloed en de dode band vergroot. Door een geoptimaliseerde signaalverwerking kunnen radarsensoren storingen onderdrukken die ontstaan door aangroei op het antennesysteem. 

Betrouwbaarheid en nauwkeurigheid

Radarsensoren kunnen ook bij kleine inbouwruimte en interne obstakels worden ingezet. Dankzij de sterke focussering van de 80GHz-technologie kan het radarsignaal vrijwel tot op de millimeter nauwkeurig op het te meten medium worden gericht. Daardoor ontstaan er ook bij interne obstakels, zoals buizen of verstevigingen in nauwe schachten of bij aangroei op wanden, geen stoorsignalen. Anders dan bij ultrasoonsensoren is er geen stoorsignaalonderdrukking nodig. 

Contactgegevens

Social Share Buttons and Icons powered by Ultimatelysocial