Co-creatieworkshop met slachterijsector
28 april 2020
Sinds midden maart 2020 is ook watercircle.be verplicht zich aan de regels van social distancing te houden. Omdat we bedrijven toch willen blijven helpen, zijn we begonnen met co-creatieworkshops op te zetten via Microsoft Teams. Waar dit eerst nog wat onwennig viel bij iedereen, hebben we deze toch al enkele keren kunnen uitvoeren en ook weer verschillende bedrijven op weg kunnen helpen.
De tweede workshop van de reeks was deze met de slachterijsector. De bedrijven die we hier geholpen hebben, hadden reeds aan de vorige co-creatieworkshop deelgenomen in mei 2019. Dit maakte de eerste kennismaking overbodig. Bijgestaan door één medewerker van de federatie Fevia en één van Febev hebben we gepolst naar de acties en implementaties sinds de vorige co-creatieworkshop alsook de huidige uitdagingen betreffende hun waterbeleid. Hieronder kan u een samenvatting vinden van de besproken punten met enkele voorgestelde oplossingen.
Bij vele bedrijven blijft de perceptie leven dat hergebruik niet rendabel zou zijn omdat de lozingsnormen voor zouten overschreden zou worden als gevolg van opconcentratie bij hergebruik. Dit is een foute perceptie. In het VLAREM wordt voorzien dat hogere lozingsconcentraties kunnen aangevraagd worden indien voldaan wordt aan de voorwaarden gesteld in VLAREM II 5.3.2.4 paragraaf 3.
“De vergunningverlenende overheid kan op basis van vergaande waterbesparende maatregelen in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit voor bepaalde parameters hogere emissiegrenswaarden toestaan dan de emissiegrenswaarden, vermeld in paragraaf 1, als aan al de volgende voorwaarden is voldaan:
1° het betreffen parameters die aanleiding geven tot concentratieverhoging;
2° de exploitant stelt lozingsvoorwaarden voor, rekening houdend met het overeenstemmende debiet (waterbesparing);
3° de exploitant toont aan dat:
a) de BBT inzake preventie en waterzuivering wordt toegepast om de lozing van de parameters in kwestie te beperken;
b) technieken worden toegepast die op een intensieve wijze het waterverbruik beperken;
c) de milieukwaliteitsdoelstellingen van het ontvangende oppervlaktewater daardoor niet in het gedrang komen door de toepassing van de hogere emissiegrenswaarden;
d) er geen acute toxiciteit wordt veroorzaakt in het oppervlaktewater door de toepassing van hogere emissiegrenswaarden;
4° de exploitant maakt een waterbalans op.”
Om de herziening van de lozingsnormen mogelijk te maken bij een lozing op oppervlaktewater zal steeds een impactstudie moeten uitgevoerd worden om na te gaan wat de impact van de hogere normen op het ontvangende water is. In deze studie worden voor diverse omstandigheden (verschillende geloosde concentraties en verschillende debieten in de ontvangende waterloop) nagegaan hoe de kwaliteit van de waterloop zal veranderen.
Verder is er ook de mogelijkheid voorzien om lozing in vrachten in plaats van in concentraties aan te vragen. Dit vereist natuurlijk een duidelijke onderbouwing en mag geen impact teweegbrengen op het aquatische milieu. Verder is het ook belangrijk om als bedrijf niet zelf de beek te vormen of op oppervlaktewater te lozen dat voor drinkwaterproductie wordt gebruikt.
Soms kan een overschrijding van chloride worden vastgesteld. Het is hierbij interessant om te kijken vanwaar deze afkomstig zijn of waar overal chlorides gedoseerd worden, dit kan afkomstig zijn van dosering van FeCl3 in de waterzuivering, maar ook van de regeneratie van ontharders. FeCl3 zou door FeSO4 worden vervangen, hierbij dient de kostprijs en de sulfaatnorm in acht genomen te worden. Een ontharder kan door een nanofiltratiemembraan worden vervangen.
Tot slot vestigen we nogmaals de aandacht op de beschikbare subsidies. Er kunnen subsidies worden aangevraagd voor vergaande waterbehandeling en waterhergebruik. Bijvoorbeeld de ecologiepremie plus. Belangrijk hierbij is dat deze premie aangevraagd wordt VOORDAT er offertes worden aangevraagd! Daarnaast is deze premie ook maar geldig op een beperkt aantal technologieën. Hiervoor dient de limitatieve technologielijst (pag 47) geraadpleegd te worden.