Database technieken waterzuivering en -behandeling
Bezinken
A. Bezinkingsbekken
Principeschema
Principe- en installatiebeschrijving
Het doel van bezinken is de verwijdering van onopgeloste deeltjes uit het afvalwater. Als de dichtheid van de deeltjes groter is dan die van water, bewegen zij zich onder invloed van de zwaartekracht naar de bodem (sedimentatie). Bezinking vindt plaats in bezinkingsbekkens waardoor het afvalwater langzaam stroomt. De opwaartse stroming van het water moet lager zijn dan de neerwaartse snelheid van de bezinkende partikels. Op de bodem van het bekken is bij grotere bassins vaak een slibschraper gemonteerd om het bezonken slib af te voeren. Bezinkingsbekkens zijn er in vele uitvoeringsvormen, rond of rechthoekig, met of zonder slibruimer en drijflaagafstrijker. Bij slecht bezinkbaar slib kan vooraf een coagulant of flocculant toegevoegd worden om de afscheiding te verbeteren.
Specifieke voor- en nadelen
Een bezinkingsbekken is een zeer eenvoudige en relatief goedkope installatie. Een bezinkingsbekken vergt daarentegen relatief veel ruimte. Het ontwerp van een bezinkingsbekken gebeurt altijd op maximaal debiet. De operator beschikt over weinig mogelijkheden om na het ontwerp van de installatie de werking aan passen.
Toepassing
In een voorbezinkbekken worden bezinkbare stoffen uit afvalwater verwijderd. Samen met de bezinkbare stoffen wordt een deel van de CZV, BZV, stikstof (N), fosfor (P) en metalen gereduceerd. Op deze wijze kan de aerobe waterzuivering kleiner gebouwd worden. Het slib uit de voorbezinking kan dan verder verwerkt worden in een anaerobe vergister.
De meeste biologische waterzuiveringsinstallaties zijn tevens uitgerust met een conventioneel nabezinkingsbekken. Hierin wordt het biologische slib gravitair afgescheiden van het gezuiverde water. Het slib wordt dan terug gepompt naar het beluchtingsbekken.
Bezinkingsbekkens kunnen ook gebruikt worden voor de afscheiding van anorganische slib.
Randvoorwaarden
De maximale mesbelasting (afvoer van effluent per meter overstortrand per uur) van voorbezinktanks ligt op ongeveer 10 m3/m.uur, die van nabezinktanks op 3-5 m3/m.uur.
De oppervlaktebelasting mag niet groter zijn dan respectievelijk 1,5 tot 2,5 m3/m2.uur en 0,5 tot 1 m3/m2.uur bij voor- en nabezinktanks. De grenzen aan de verblijftijd van het afvalwater in voor- en nabezinktanks, is respectievelijk 1 tot 1,5 uur en 1,5 tot 2 uur.
De grote van de bezinktank is beperkt door de technische constructie van het rakelmechanisme.
Werkingsgraad
Bij correct ontwerp van de installatie kan een zeer hoog verwijderingsrendement bekomen worden. De zwevende stoffen concentratie na een bezinkingsbekken is typisch <10 mg/l.
Hulpstoffen
Voor sommige toepassingen wordt flocculant gebruikt, indien bezinking niet optimaal.
Milieu-aspecten
Als reststroom komt een waterige slibstroom vrij. Bij een biologische zuivering wordt deze stroom deels gerecirculeerd naar de waterzuivering. In andere gevallen dient het slib verder ontwaterd of behandeld te worden.
Bij correcte dimensionering van de installatie is er geen geurhinder. Indien de verblijftijd van het slib in het bekken te groot is, kan in een aantal gevallen geurhinder optreden.
Opmerkingen
Geen
Complexiteit
De complexiteit van een bezinkingsbekken is laag.
Automatiseringsgraad
Niet relevant daar er slechts zelden actief gestuurd wordt in dit proces.
B. Lamellenbezinker
Principeschema
Principe- en installatiebeschrijving
Het doel van bezinken is de verwijdering van onopgeloste deeltjes uit het afvalwater. Als de dichtheid van de deeltjes groter is dan die van water, bewegen zij zich onder invloed van de zwaartekracht naar de bodem (sedimentatie). Een lamellenbezinker is een bijzondere, plaatsbesparende bezinker. Het eigenlijke scheidingsmechanisme bestaat uit een bezinker met een platenpakket binnenin en een verzamelsysteem voor bezonken slib op de bodem. Deeltjes die door de zwaartekracht contact maken met de lamellen, glijden langs de lamel verder naar beneden. Doordat de bezinkbare stoffen slechts een beperkt traject (enkele centimeters) moeten afleggen tussen twee platen, kan de installatie compacter gebouwd worden in vergelijking met een conventionele bezinker. Een lamellenbezinker wordt ook wel plaatbezinker genoemd.
Specifieke voor- en nadelen
Een lamellenbezinker heeft weinig toezicht en onderhoud nodig. Scheiding door middel van zwaartekracht is vaak de meest kosteneffectieve methode voor het afscheiden van bezinkbare vervuiling uit een vloeistof.
Toepassing
Een lamellenbezinker wordt gebruikt om het oppervlak van een bezinkingsbekken of -tank beperkt te houden of om de hydraulische capaciteit van een bestaand bekken te verhogen.
Randvoorwaarden
De capaciteit per unit is circa 1-300 m3/uur. Het type vervuiling en de concentratie hiervan bepaalt de verblijftijd en hiermee ook de grootte van de installatie. Grote delen of de aanwezigheid van vettig materiaal kan verstopping van de platenpakketten veroorzaken.
Werkingsgraad
Bij correct ontwerp van de installatie kan een zeer hoog verwijderingsrendement bekomen worden. De zwevende stof concentratie na een bezinkingsbekken is typisch <10 mg/l.
Hulpstoffen
Eventueel flocculant wordt ingezet als hulpstof.
Milieu-aspecten
Als reststroom komt een waterige slibstroom vrij. Bij een biologische zuivering wordt deze stroom deels gerecirculeerd naar de waterzuivering. In andere gevallen dient het slib verder ontwaterd of behandeld te worden.
Bij correcte dimensionering van de installatie is er geen geurhinder. Indien de verblijftijd van het slib in het bekken te groot is, kan in een aantal gevallen geurhinder optreden.
Opmerkingen
Geen
Complexiteit
Beperkt
Automatiseringsgraad
Een lamellenbezinker is op eenvoudige wijze te automatiseren. Het is een volcontinu systeem met een eventueel gestuurde klep voor slib aflaat.
Versie
Februari 2010
Herziening augustus 2021